Interview met mezelf

Wie is André Van Butsel?

Een eenvoudige plattelandsjongen uit een gezin van zes, in 1957 geboren in Oudenaarde en sinds 1984 woonachtig in Ronse. Een kind van de Vlaamse Ardennen met een carrière in sociaal werk, HR en IT.

Zeg eens in drie woorden waar u als schrijver voor staat.

Drama, ontroering, humor. In het Engels hebben ze daar één woord voor: dramedy.

Waarom duurde het zo lang vooraleer je ging schrijven?

Toen ik twintig was schreef ik mijn eerste verhaal. Over een lifter die verdwaalt in een geheimzinnig huis. Lelijke krabbels in een kasboek met fletse blauwe lijntjes en een dikke kartonnen kaft. Begin 2020 ging ik eindelijk opnieuw schrijven. Mijn eerste kortverhaal, je raadt het nooit, ging over een lifter. Ik heb iets met lifters.

Wat was het allereerste boek dat je las?

Het eerste ‘echte’ boek dat ik ooit las was een kinderuitgave van De Vos Reynaert (met grote letters en zonder prentjes!). Toen ik het uit had voelde ik me een koning. ‘Ik las een boek!’ Bijna zestig jaar later schreef ik mijn eerste roman: Meisje aan de Overkant. Toen die af was overspoelde me eenzelfde gevoel van verrukking. ‘Potjandorie! Ik schreef een boek!’

Wie zijn jouw favoriete schrijvers?

Ik heb er vele, maar ik beperk me nu even tot die schrijvers die me de laatste drie jaar hebben geïnspireerd bij het schrijven: Arnon Grunberg, John Maxwell Coetzee, Jhumpa Lahiri, Alice Munro, Carlos Ruiz Zafón, Mario Vargas LLosa, Michael Chabon, Joseph Conrad.

Grote namen, Nobelprijs- en andere winnaars?

Je kan maar beter leren van de groten. Ik heb ook groten gelezen, of proberen te lezen, waar ik niets aan vond.

Wat is fictie voor jou?

Er wordt wel eens gezegd: non-fictie is informatie, fictie is emotie. 

Welke emoties wil je je lezers laten voelen?

Plezier in lezen. Kleurrijke vlotte taal, leuke dialogen, spannende gebeurtenissen, humor, ontroering, drama. Breng humor en ontroering samen in een dramatisch verhaal en je zit goed. De Engelsen hebben daar een term voor: dramedy. Een dramatische geschiedenis vertellen in een kleurrijke laconieke stijl. De tv-serie Afterlife van Ricky Gervais, de film Intouchables of de remake The Upside. Daar hou ik van. Uit consumentenonderzoeken van KVB Boekwerk in Nederland zoekt 83% van de boekenlezers ontspanning in boeken, gevolgd door lekker wegdromen, kennis vergaren en persoonlijke ontwikkeling. Dat zegt genoeg.

Je wil lezers niet wakker schudden, ontwrichten?

We worden al genoeg wakker geschud en ontwricht. Ik wil de lezer een positieve emotie meegeven. Geen trollerigheid bij mij. Die is er al genoeg. Ik wil niemand iets opdringen, daarvoor zijn er genoeg andere media. Ik beleef zelf veel te graag plezier aan het schrijven, lezen en herlezen van mijn eigen verhalen.

Is research belangrijk voor jou?

Absoluut. Als je research niet goed zit noemt een recensent je al vlug een idioot. Maar pas op! Je moet ook geen Wikipedia schrijven zoals ik sommige beginnende schrijvers zie doen. Research moet grondig en diep zijn, maar in je boek mag je er niets van merken. Het moet als het ware langs de neus weg verwerkt zitten in je verhaal. Zowat 90% van alle research gaat gewoon overboord. Dat is goed. Dan weet je dat je verhaal stevig staat. Je moet vooral vermijden om belerend over te komen.

Hoeveel research heb je gedaan voor 'Het Meisje'?

Enorm veel. Alles moet goed zitten. Als iets niet klopt, gaat het eruit. Een historisch verhaal moet een correcte tijdsgeest weergeven. Belangrijke gebeurtenissen moeten kloppen. Zo zit in Meisje aan de Overkant de eerste tourzege van Eddy Merckx verwerkt, de eerste landing op de maan en het Woodstock festival. Dat ging allemaal door tijdens die legendarische zomer van 1969. Je moet als schrijver vooral oppassen voor anachronismen. Ik heb de tijd weliswaar zelf meegemaakt, maar je herinnert je natuurlijk ook niet alles.

Geef eens een voorbeeld.

In een bepaalde scène steekt een van de hoofdpersonages een middenvinger op. Nu is dat een zeer gekend teken. Maar een proeflezer merkte op dat dit niet gedaan werd in de jaren zestig. Dan heb je als schrijver de keuze: schrappen (of vervangen) of research doen en het behouden. Ik doe dat laatste. Wat blijkt? Grieken, Romeinen en Germanen deden het al in hun tijd. Maar daarna verdween het lange tijd. Tot eind jaren 60. Johnny Cash deed het op 24/2/1969 tijdens zijn beruchte optreden in San Quentin prison en Dennis Hopper deed het in de film Easy Rider. Het kostte hem zijn leven. Oef! Ik kon de middenvinger behouden in het boek.

Meisje aan de Overkent - Easy Rider

Bron: https://www.pinterest.com/pin/58687601366058976/

Nog een leuk voorbeeld?

In een bepaalde scène bladeren de hoofdpersonages door de Playboy. Dan denkt iedereen direct aan expliciete naaktfoto’s van babes en playmates of the month. Maar in 1969 was dat nog anders. Toen vond je vooral veel cartoons en al bij al vrij deftige naaktfoto’s. Dus moest ik op zoek naar een Playboy uit die tijd. Wat raad je? Je vindt alle Playboys van elke jaargang gewoon op internet. Ik gebruikte uiteindelijk het aprilnummer van 1969.

Wat is belangrijk aan een boek?

Alles! Het moet goed zijn geschreven, het moet een paar zware redactierondes passeren, de cover moet goed zitten, de logline, de flaptekst, het binnenwerk, het drukwerk. Alles dus. Dan pas kan je gaan hopen dat lezers enthousiast zijn. Je moet natuurlijk wel aan marketing gaan doen.

Wat betekent boekmarketing voor jou?

Iemand zei ooit: Write when drunk. Edit when sober. Marketing is the hangover. De kans is dus groot dat het eindigt met een kater. Wat is boekmarketing? Een job op zich naast het eigenlijke schrijven. Als je geen bekende Vlaming, Nederlander, mediafiguur, journalist, columnist, topkok, Planckaert, slimste mens ter wereld bent, dan is het afzien. Je probeert met zo weinig middelen een zo groot mogelijk bereik te krijgen, maar dat is niet zo simpel. Neem nu Delphine Lecompte. Wie had er ooit van haar gehoord voor ze in De Slimste mens zat? Wie had ooit een gedicht van haar gelezen? Nu zie je haar, haar gedichten en columns overal. Dat zegt veel. Alles is marketing tegenwoordig . En als onbekende debutant is het een verdomd lastige klus om door de branding te breken en de open zee te bereiken.

Hoe belangrijk is professionele redactie voor de ontwikkeling van een boek?

Wat mij betreft is dat absoluut het belangrijkste. Ik laat zelf een doorgedreven redactie uitvoeren door Ingrid Verhelst, een professionele redacteur. Keihard hoor. Na zo'n redactie heb ik altijd zin om met een scheermesje in een bad vol water te kruipen. Van de redactie van een uitgeverij hoef je immers niet te verwachten dat ze een diepgaande redactie gaan doen rond verhaalontwikkeling. Veel meer dan grammatica, punten en komma’s doen die niet. Ergens is het ook begrijpelijk: een uitgeverij is een commercieel bedrijf en elke minuut kost geld. Het manuscript moet daarom voor 99% goed zitten voor je naar een uitgeverij stapt. Een goede raad voor beginnende schrijvers: laat vooraf een professionele redactie doen van je manuscript.

Je hebt ervoor gekozen om zelf uw roman uit te geven. Waarom?

Het valt niet mee om een gevestigde uitgever te vinden als je geen BV, BN, mediagoeroe, influencer, journalist, columnist, topchef, Planckaert, Verhulst of slimste mens ter wereld bent. Daarnaast heb je een heel spectrum van al dan niet bonafide kleine uitgeverijen die je boek tegen betaling willen uitgeven. Noch gevestigde noch minder bekende uitgeverijen bieden een onbekende debuterende schrijver enige garantie op een degelijke distributie, laat staan verkoop.

Promotie moet je in alle gevallen zelf doen. Op een bepaald moment werd ik het kots-, kotsbeu om te wachten en te blijven wachten op een antwoord van een uitgever. Ik heb toen alle voor- en nadelen van zelf uitgeven of laten uitgeven naast elkaar gezet. Je leest er meer over in dit blogbericht: Zelf uitgeven of eeuwig wachten.

Wat was de conclusie?

De conclusie was dat ik het zelf even goed kan en er bovendien ontzettend veel plezier aan beleef.

Neem je nota’s in notaboekjes zoals zovele bekende schrijvers?

Nee. Alles gebeurt op de laptop. Kan je lekker knippen, plakken, indelen, links invoegen naar websites, foto's en video's.  Knap lastig in een notitieboekje. Bovendien kan ik er achteraf makkelijk in zoeken en alles terugvinden. Wat ik wel doe is nota's nemen op mijn smartphone. Dan kan het gebeuren dat er tijdens het rijden met de wagen een leuk idee komt aangevlogen, ik me aan de kant zet, Gmail open en een mailtje stuur naar mezelf. Ingrid, mijn vrouw raakt er koekoek van.

Wat is het laatste goede boek dat je las?

Lof van de stiefmoeder en geheime notities van Don Rigoberto van Mario Vargas Llosa.

Je bent een zestiger. Is dat niet wat oud om te beginnen schrijven? Anderen houden er dan mee op.

Oud? Wat is oud? Mario Vargas Llosa schreef op zijn zeventigste Het Ongrijpbare meisje en op zijn tachtigste Voor uw Liefde, twee erotische romans waar velen een punt kunnen aan zuigen. Leeftijd speelt weinig rol bij het schrijven. Je hebt vroegbloeiers en laatbloeiers. Ik ben van het tweede soort.