Zelfinterview De Parisienne

Waarover gaat De Parisienne?

De Parisienne is het vervolg op Meisje aan de Overkant. Acht jaar na de verdwijning van zijn jeugdvriendin Gina Ferrara zit René Nieuwelinck nog altijd met een boel vragen en schuldgevoelens. Waarom liet ze al die jaren nooit van zich horen? Geen kaartje, geen briefje, geen telefoontje. Niets. Ze waren toch vrienden geweest? Meer dan vrienden.

Zelf zit hij aan de grond na zijn mislukte studies. Hij begint te drinken en zwalpt doelloos rond in Gent. Dan ontspruit het idee om haar te gaan zoeken. Hij krijgt hulp van een wulpse oude bekende, een grofgebekte Nederlander en een furieuze tiener. Zijn reis naar het zuiden wordt een grimmige zoektocht, waarbij hij niet alleen Gina wil terugvinden, maar ook zichzelf. De tocht is niet zonder gevaar, en hij moet samen met zijn reisgezel alles uit de kast halen om zijn doel te bereiken.

Wat heeft je geïnspireerd tot het schrijven van dit boek?

De Parisienne is het logische vervolg op mijn debuutroman. Opnieuw vertrek ik van een episode uit mijn eigen leven. Maar al snel neemt de fictie het over en wordt het een verrassende queeste vol humor, drama, spanning, en romantiek. Opnieuw speelt popmuziek een belangrijke rol, maar ook het bruisende Gentse bioscoopleven, politiek terrorisme en de flitsende mode uit de jaren zeventig van vorige eeuw.

Wat was het moeilijkste aan dit boek?

De juiste verhaallijn vinden was een hele uitdaging. Daarnaast wilde ik een aantal licht erotische scènes inlassen. De personages zijn jongvolwassenen en het zou niet logisch zijn geweest om dergelijke scènes niet te hebben. Maar een erotische scène is een zeer moeilijke evenwichtsoefening tussen plat of vulgair en lachwekkend. Erotische scènes moeten ook – net zoals elke andere scène – een rol hebben in het verhaal, ze moeten het verhaal tot ontwikkeling brengen, iets toevoegen aan de karakterontwikkeling.

Met welke scène heb je het langst geworsteld?

Er waren er een paar, met name de ‘ontgroening’, maar ook de laaiende ruzie in Parijs en de onhandige toenaderingspogingen tussen de twee hoofdpersonages.

 

Welk deel van het boek was het leukst om te schrijven?

De dialogen waren opnieuw erg leuk omdat we zeer verschillende karakters hebben: de goedmoedige René tegenover de grofgebekte Klaas, de veel oudere Bianca, de temperamentvolle Sophia, de ongeruste Mira en de getraumatiseerde Gina.

Hoe lang heb je erover gedaan om dit boek te schrijven?

Van begin tot einde anderhalf jaar.

Wat is het thema van De Parisienne?

Het is een liefdesverhaal. Maar ook een verhaal van vriendschap, doorzetting, vallen en opstaan . En de desastreuse rol van alcohol is nooit ver weg.

Welk genre is het?

Het is in de eerste plaats een roman. Noem het een ontwikkelingsroman, een liefdesroman, ik laat het over aan de lezer. De stijl is dramedy: een mix van ontroering, drama en humor.

Met welk personage voel je je het meest verwant en waarom?

Met René uiteraard. Maar nogmaals, het is geen autobiografische roman.

Liftster Sophia De Parisienne

Waar speelt het verhaal zich af?

Een groot deel speelt zich af in Vlaanderen: Gent, Menen, Oudenaarde en Kortrijk. Maar dit keer gaan we ook naar Frankrijk en Spanje. Al liften!

Is het een autobiografisch boek?

Neen. Hoewel er alweer enkele autobiografische elementen in zijn verwerkt. Zoals de periode in Gent, maar ook de reis al liften naar het zuiden. Er zit dus opnieuw een autobiografisch baslijntje in, maar de melodie is puur fictie.

Hoeveel research heb je gedaan voor De Parisienne?

Ook nu deed ik zeer veel onderzoek. Research is altijd belangrijk. Maar je mag er niet in overdrijven. Van alle research mag er misschien 5 of 10% in het verhaal zitten. Anders wordt het saai, belerend. Lezers appreciëren het ook wel als ze iets nieuws leren tijdens het lezen van een roman.

Het verhaal speelt zich af eind jaren zeventig van vorige eeuw. Je moet als schrijver alles in de juiste historische context plaatsen. Muziek, politiek en film zijn een belangrijke achtergrond. Je kan in je verhaal bijvoorbeeld geen films vermelden die op dat moment nog niet te zien waren in de bioscopen. Veel informatie is ook niet meer te achterhalen, bijvoorbeeld of een welbepaalde film op een welbepaald tijdstip in een welbepaalde bioscoop speelde. Niet overdrijven dus want anders blijf je eindeloos bezig. Lezers gaan ook meestal niet zover om zoiets te gaan uitpluizen.

Andere voorbeelden.

Ik ben zelf niet echt modebewust. Toen het verhaal richting modeontwerp ging, heb ik me stevig moeten documenteren. Op een bepaald moment moest ik een link vinden tussen mode en San Sebastian. Het leek een onontwarbare knoop. Ik besloot om naar de Netflix serie Halston te kijken, over de gelijknamige modeontwerper, met Ewan McGregor in de hoofdrol. Die serie kwam als door de goden gezonden. Toen aan Halston werd gevraagd wie zijn grote inspirator was, roept hij uitbundig: Balenciaga! Ik ging opzoeken wie Balenciaga was en kreeg een enorme aha-erlebnis. De man was afkomstig uit? Jawel, San Sebastian. Dan denk je dat er zoiets moet bestaan als schrijfgoden. De Halston serie had nog meer interessants te bieden, zoals hoe in die tijd modedefilés werden georganiseerd.

Helemaal op de valreep, op 30 september 2022, verscheen het Little Book of Balenciaga van de Belgische mode-experte Emmanuelle Dirix. Ook daar vond ik nog een paar interessante weetjes, waaronder de anekdote over Balenciaga’s gekostumeerde kat.

 

Mode seventies Balenciaga

Nog een leuk voorbeeld?

Ik moest nog meer redenen vinden om het verhaal een belangrijke wending te geven richting San Sebastian. Toen kwam het idee van de ETA. Maar ETA zelf was wat te extreem voor wat ik nodig had. Toen ik me aan het verdiepen was in de sociaal politieke situatie van Noord-Spanje eind zeventiger jaren, kwam ik uit op de kale borroka, een soort ETA-kweekvijver van straatschoffies die behoorlijk wat vandalenstreken uithaalde tegen overheidsgebouwen en -instanties. Dit was een veel realistischer benadering. Het beeld dat ik schetste van Altza komt uit een getuigenis van een Amerikaans schrijver, die als jongetje was opgegroeid in Baskenland in die tijd. Het verschafte me een schat aan informatie.

Heb je geld uitgegeven aan de totstandkoming van je boek?

Research en redactie brengen altijd wat kosten mee, maar aan het eigenlijke uitgeefproces geef ik geen geld. Ik doe alles zelf: cover, administratie, binnenwerk, promotie, website, social media, advertising enz.

Voor welke leeftijd schrijf je?

Voor iedereen tussen 16 en 116 jaar. Ouderen zullen de jaren zeventig herbeleven. Jongeren zullen kennis maken met de tijd waarin hun ouders en grootouders kinderen waren, met muziek, film, mode en politiek van toen.

Heb je plannen voor nog een vervolg?

Zover ben ik nog niet, maar ik sluit het niet uit. Ik heb voldoende ‘broodkruimels’ gestrooid in de eerste twee verhalen om er nog een derde aan te koppelen. Dat zou wel mooi zijn: de ‘Ferrara trilogie’. De lezers zullen wellicht meebeslissen door aan te geven of ze de eerste twee delen goed vonden.

Als je je personages zou ontmoeten, wat zou je tegen ze zeggen?

Dat ze allemaal verdomd goed hun best hebben gedaan.