Zelfinterview Meisje aan de Overkant

Waarover gaat Meisje aan de Overkant?

Het verhaal gaat over de vriendschap tussen twee kinderen. Het speelt zich af in 1969 in de Vlaamse Ardennen. De jonge René Nieuwelinck, dromer en eenzaat, woont met zijn moeder en twee oudere broers op een kleine plattelandshoeve. Wanneer een gezin uit de stad met drie kinderen verhuist naar de Fox, het café aan de overkant, valt René als een blok voor de oudste dochter. Gina Ferrara is knap, ketters en rebels. Tegen alle verwachtingen in raakt hij bevriend met haar. Maar er speelt iets duister in het gezin van het meisje waardoor zijn vriendschap met haar zwaar op de proef wordt gesteld.

Wat heeft je geïnspireerd tot het schrijven van dit boek?

In de zomer van 1969, ik was toen twaalf, kwam in het café rechtover ons een gezin wonen met drie dochtertjes. De oudste van de drie was heel mooi en ze werd die zomer mijn speelvriendinnetje. Kort daarop verhuisde het gezin opnieuw. Ik heb nooit geweten waar naartoe. Ik zag het meisje nooit meer terug. Tot zover de realiteit. Al de rest is fictie.

Wat was het moeilijkste aan dit boek?

Het vinden van de juiste toon voor de hoofdpersonages. We hebben hier twee kinderen van twaalf en dertien. Die kan je geen ingewikkelde dialogen of moeilijke woorden in de mond leggen, of complexe gedachtegangen laten ontwikkelen. Anderzijds is het ook geen jeugdboek. Dat wil zeggen dat het voor een volwassen lezer voldoende uitdagend moet zijn op het vlak van stijl, woordenschat. Het was dansen op een koord.

Met welke scène heb je het langst geworsteld?

De kus was een zeer moeilijke evenwichtsoefening.

Welk deel van het boek was het leukst om te schrijven?

De dialogen, vooral die tussen de kinderen en tussen René en zijn moeder Mira. Omdat het totaal verschillende karakters zijn. Dat geeft altijd leuke dialogen.

Waar speelt het verhaal zich af?

In de Vlaamse Ardennen. De meeste gebouwen en landschappen bestaan echt. Zoals de gespleten eik. Die zag eruit als op de reproductie hiernaast. Heeft daar zo tientallen jaren gestaan. Een paar jaar geleden was hij opeens verdwenen. Ik heb nooit kunnen achterhalen of de legende over deze mysterieuze boom op waarheid berustte.

Gespleten eik

Hoe lang heb je erover gedaan om dit boek te schrijven?

Van begin tot einde mag je drie jaar rekenen. Daar zit natuurlijk het hele proces van ‘leren schrijven’ in. Het is niet omdat je een foutloze tekst kan schrijven dat je ook een roman kan schrijven. Bij het schrijven van een roman komen een heleboel verhaaltechnische aspecten kijken, zoals perspectief, verhaalstructuur, ontwikkeling van karakters, schrijven van dialogen, het creëren van een spanningsboog, enz. Die moet je allemaal onder de knie krijgen. Daar kruipt tijd in.

Wat is het thema van Meisje aan de Overkant?

Altijd weer die onvermijdelijke vraag. Vriendschap. Dat is het hoofdthema. Maar er is niet één thema, er zijn er heel wat. Het leven zelf. Het dagelijks gevecht van mensen in hun streven naar geluk en de obstakels die dat geluk in de weg staan.

Obstakels?

Je geloof verliezen, worstelen met schuldgevoelens, geweld, alcoholisme, overlijden van een naastbestaande, omgaan met rouw, escapisme, om er een paar te noemen. Als je dat allemaal thema’s wil noemen, mij goed. Het zit er allemaal in.

Welk genre is het?

Nog zo’n moeilijke. Het is in de eerste plaats een roman. Noem het een ontwikkelingsroman: over volwassen worden. De stijl is wat Engelsen dramedy noemen: een ontroerende, dramatische geschiedenis vertellen in een kleurrijke laconieke stijl.

Is het een autobiografisch boek?

Neen. Hoewel er wel enkele autobiografische elementen zijn in verwerkt. Laat ons zeggen dat er een autobiografisch baslijntje in verwerkt zit, maar de melodie is puur fictie.

Met welk personage voel je je het meest verwant en waarom?

Met René uiteraard. Die heeft net als mij in die tijd een paar toertjes teveel op de paardjesmolen gezeten. Maar nogmaals, het is geen autobiografische roman.

Hoeveel research heb je gedaan voor 'Het Meisje'?

Enorm veel. Alles moet goed zitten. Als iets niet klopt, gaat het eruit. Een historisch verhaal moet een correcte tijdsgeest weergeven. Belangrijke gebeurtenissen moeten kloppen. Zo zit in Het Meisje aan de Overkant de eerste tourzege van Eddy Merckx verwerkt, de eerste landing op de maan en het Woodstock festival. Dat ging allemaal door tijdens die legendarische zomer van 1969. Je moet als schrijver vooral oppassen voor anachronismen. Ik heb de tijd weliswaar zelf meegemaakt, maar je herinnert je natuurlijk ook niet alles.

Geef eens een voorbeeld.

In een bepaalde scène steekt Gina een middenvinger op. Nu is dat een zeer gekend teken. Maar een proeflezer merkte op dat dit niet gedaan werd in de jaren zestig. Dan heb je als schrijver de keuze: schappen (of vervangen) of research doen en het behouden. Ik doe dat laatste. Wat blijkt? Grieken, Romeinen en Germanen toonden elkaar maar al te graag die vinger. Daarna verdween het lange tijd uit beeld. Tot eind jaren 60. Johnny Cash deed het op 24/2/1969 tijdens zijn beruchte optreden in San Quentin prison en Dennis Hopper deed het in de film Easy Rider. Het kostte hem zijn leven. Oef! Ik kon de middenvinger behouden in het boek.

Bron: Youtube - https://youtu.be/6-npezwmgtA

Nog een leuk voorbeeld?

In een bepaalde scène bladeren de hoofdpersonages door de Playboy. Dan denkt iedereen direct aan expliciete naaktfoto’s van babes en playmates of the month. Maar in 1969 was dat nog anders. Toen vond je vooral veel artikels, reclame, cartoons en al bij al vrij deftige naaktfoto’s. Zo'n Playboy had vaak meer dan 260 bladzijden. Dus moest ik op zoek naar een Playboy uit die tijd. En wat raad je? Je vindt alle Playboys van elke jaargang gewoon op internet. Ik gebruikte uiteindelijk het aprilnummer van 1969.

Heb je geld uitgegeven aan de totstandkoming van je boek?

Geld uitgeven aan een uitgeverij om een boek op de markt te zetten is een brug te ver voor mij. Wel heb ik op eigen kosten een professionele redactie laten doen. Van de redactie van een uitgeverij hoef je als debutant weinig te verwachten. Ergens is het ook logisch: een uitgeverij is een commercieel bedrijf en elke minuut kost geld. Het manuscript moet daarom voor 99% goed zitten voor je naar een uitgeverij stapt. En dan nog geraak je niet binnen.

Verder is er wat geld gekropen in professionele tijdschriften, boeken, workshops, abonnementen, een website en marketing. Maar dat hoort erbij.

Voor welke leeftijd schrijf je?

Voor iedereen tussen 16 en 116 jaar. Ouderen zullen de jaren zestig herbeleven. Jongeren zullen kennis maken met de tijd waarin hun ouders en grootouders kinderen waren, met de muziek, de gewoonten, de leefomstandigheden.

Heb je plannen voor een vervolg?

Ja. Deel 2 is al geschreven. Het moet nog  door de handen van Ingrid Verhelst (redacteur). Daarna zal het zo goed als klaar zijn.

Als je je personages zou ontmoeten, wat zou je tegen ze zeggen?

Komaan gasten, we gaan een feestje bouwen!